ik geloof – HC zondag 7 – 10-06-2012

2012-06-10 Westerbroek, ik geloof (2)

Afkondigingen
Zingen Psalm 84:1
Moment stilte
Votum en groet
Zingen Gele bundel nummer 25:
‘k stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God.
Want in zijn hand ligt heel mijn levenslot.
Hem heb ik lief, zijn vrede woont in mij.
‘k Zie naar Hem op en ‘k weet: Hij is mij steeds nabij.

Samenvatting van de wet
Zingen psalm 119:40

Gebed om de Heilige Geest

Zingen gezang 451:2
Lezen: Johannes 3:14 – 18
14 De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhoog geheven heeft,15 opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft.
16 Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
17 God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden.
18 Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon.
Lezen 1 Korinte 16:22
Als iemand de Heer niet liefheeft-hij zij vervloekt! Maranata!

HC vraag en antwoord 20 en uitleg
Worden alle mensen weer door Christus behouden zoals ze in Adam verloren zijn?
Antwoord: Neen, alleen degenen die in Hem door een echt geloof worden ingelijfd en al zijn weldaden aannemen.

Zingen psalm 73:10,11
Lezen 1 Petrus 1:22 – 2:2
22 Nu u gehoorzaam bent aan de waarheid, is uw hart gelouterd en kunt u oprecht van uw broeders en zusters houden; heb elkaar dan ook onvoorwaardelijk lief, met een zuiver hart,
23 als mensen die opnieuw zijn geboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levende en altijd blijvende woord.
24 ‘De mens is als gras en zijn schoonheid als een bloem in het veld: het gras verdort en de bloem valt af,
25 maar het woord van de Heer blijft eeuwig bestaan.’ Dit woord is het evangelie dat u verkondigd is.
1 Ontdoe u dus van alles wat slecht is, van alle bedrog en huichelarij, alle afgunst en kwaadsprekerij,
2 en verlang als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt.

HC vraag en antwoord 21 a en uitleg
Wat is een echt geloof?
Antwoord: Een echt geloof is niet alleen een stellig weten of kennen waardoor ik alles voor waar houd wat God ons in zijn Woord geopenbaard heeft.

Zingen gezang 329
Lezen Romeinen 3:21 – 26
21 Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar: 22 God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus Christus geloven. En er is geen onderscheid.
23 Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; 24 en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost.
25-26 Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee bewijst God dat hij rechtvaardig is, want in zijn verdraagzaamheid gaat hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan. Hij wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.
Lezen Romeinen 5:1 -5
1 Wij zijn dus als rechtvaardigen aangenomen op grond van ons geloof en leven in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. 2 Dankzij hem hebben we door het geloof toegang gekregen tot Gods genade, die ons fundament is, en in de hoop te mogen delen in zijn luister prijzen we ons gelukkig.
3 En dat niet alleen, we prijzen ons zelfs gelukkig onder alle ellende, omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, 4 volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop.
5 Deze hoop zal niet worden beschaamd, omdat Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de heilige Geest, die ons gegeven is.

HC vraag en antwoord 21b en uitleg
Antwoord: het geloof is ook een vast vertrouwen, dat de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen aan anderen maar ook aan mij vergeving van de zonden, eeuwige gerechtigheid en heil door God geschonken is, louter uit genade, alleen op grond van Christus’ verdienste.

Zingen gezang 169:3,5,6
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied psalm 89:1,7
Zegen

Gemeente

Vorige keren over allerlei opvattingen van het geloof in de huidige tijd. Nu gaan we zien wat de positieve zijde van het geloof is. Ik doe dit aan de hand van de HC vraag en antwoord 20 en 21.
Ik herinner me dat prof. Bronkhorst bij de opening van het studiejaar in – ik meen – 1972 zei. Zondag 7 over het geloof is een van de mooiste zondagen van de HC.
Een enkeling zal er nog het een en ander van herinneren van de catechisaties, maar voor de zekerheid toch maar afgedrukt.

De HC heeft vanuit de Bijbel gezegd dat de verdienste van Christus het behoud van de wereld is. Maar wordt nu ook iedereen behouden? Sommigen zieden en zeggen dat nog. Zoals door de eerste Adam wij allen moeten sterven, zo zullen we door de Tweede Adam, Jezus Christus, leven. En ook nu nog zijn er christenen die menen dat het met iedereen wel goed komt, door de grote liefde van God en door de liefde van Jezus.

De HC wijst dit af. Alleen door een oprecht geloof worden we behouden. Dat is ook wat Johannes zegt in dat bekende gedeelte van Johannes 3. In het aanhalen daarvan laten we vaak vers 18 weg, waar staat: wie niet in Jezus gelooft is al veroordeeld.
Afgelopen week zat ik in 1 Korinte 16 te lezen en schrok eigenlijk een beetje toen ik vers 22 las: als iemand de Heer niet lief heeft – hij zij vervloekt.
Dat is nog al wat!
Voor we hier nader op ingaan eerst een vraag die vaak gesteld wordt: hoe zit het dan met al die volken die het Evangelie niet kennen? Allemaal verloren?
Wat de volken betreft die het Evangelie niet kennen zegt de Bijbel weinig. Wel laat God merken dat Hij de volken, mensen, beoordeelt op hun daden. We kennen de uitspraak van Jezus: het zal in de dag van het oordeel voor Tyrus en Sidon (stonden bekend als goddeloze steden) draaglijker zijn dan voor jullie die Mij hebben gezien, maar niet in Mij geloven.
Het blijft een geheimenis van God hoe Hij met hen en hun levensgedrag om gaat.
Uitspraken over wel of niet behouden worden zijn tot de gemeente gericht. Tot ons allen die min of meer met het Evangelie in aanraking zijn gekomen.
Bovendien betekent de uitspraak van Paulus ( 1 Korinte 16:22) niet dat ieder die op dat moment niet gelooft verloren is. Er is bekering mogelijk. En het is ook eigenlijk een appèl tot bekering. Het is ook een aansporing aan de gemeente om niet nonchalant of lichtvoetig om te gaan met het Evangelie van Jezus Christus. Want het gaat uiteindelijk om de beslissing over je leven: behoud of verlorenheid. Met een beetje meelopen met de gemeente kom je er niet. Met wat teren op indrukken van vroeger en wat vrome gedachten of gevoelens kom je er niet. Het gaat om wat we noemen een levend geloof, of zoals hier gezegd: een echt geloof.
Een echt geloof waardoor je je helemaal toevertrouwt aan God en Jezus. Door moeite en tegenslag heen weten: deze God is mijn God en Hij draagt mijn leven. Zijn liefde is zo groot, dat krijgt niets en niemand stuk.
Zingen psalm 73: 10 en 11

Het echte geloof is en blijft verbonden met de geopende Bijbel. Toch is het goed te letten op de formulering van de HC: het voor waar houden van wat God heeft geopenbaard. Het gaat niet om letters, maar om wat Gos zegt in woorden en daden. Abraham had geen Bijbel, maar God maakte zich bekend en dat is opgeschreven. Israël in Egypte had geen Bijbel, maar via Mozes hoorde het Gods stem. En in steeds wisselende tijden en situaties spreekt en werkt God bevrijdend en is Hij bezig personen en een volk aan zich te binnen. In het Nieuwe Testament is de situatie weer anders, en weer spreekt God, nu niet alleen met woorden, maar Hij maakt zich bekend in Jezus Christus. “Wie Mij heeft gezien heeft de Vader gezien, zegt Jezus.” En God zegt: ‘als je wilt horen wat ik zeg, luister dan naar wat Jezus zegt’. Met andere woorden het gaat in de Bijbel nooit om het papier en de letters. Dat wil zeggen de Bijbel lezen is luisteren naar Gods stem, naar Jezus’ stem. Zijn spreken is bevrijdend en verbindend – aan hem en elkaar.
Er is Bijbelstudie en onderzoek nodig om te weten wat er staat en wat het toen betekende om door de verlichting van de Heilige Geest te verstaan wat God mij nu zegt. Alle studie heeft tot doel de ruis weg te nemen Ruis zoals bij een radio die je niet op de goede frequentie ontvangt: allerlei geruis en soms andere zenders er door heen. Ruis die ons belet te horen hoe de Goede Herder Jezus ons roept, berispt, sterkt, corrigeert, bemoedigt en ons troost door de liefde die in al zijn woorden klinkt. De Bijbel lezen en de prediking horen gaat voor een gelovige altijd biddend: spreek Here, uw kind hoort!
Daarbij valt het ook op dat als de HC spreekt over de openbaring dat daarin niet centraal staat de schepping, ook niet de grote toekomst. De Bijbel is geen wetenschap, geen ideologie of toekomst wetenschap. De HC stelt met heel het Nieuwe Testament Jezus centraal. Hij is mijn leven, in Hem is het verleden opgenomen, in Hem leef ik het nu, met Hem zal ik er zijn.
Begrijpen we dan alles? Nee. Een oudere zeer ervaren en alom geroemde predikant zei eens in een gesprek: er zijn teksten waar ik niet over kan preken. Die kan ik niet vatten. Welke dat waren zei hij niet. Is ook niet belangrijk. We moeten erkennen, dat er naast een grote afstand in tijd en situatie met de verhalen in de Bijbel er ook zaken zijn die ons te boven gaan. Er is geen Bijbellezer, geen theoloog of hij of zij heeft vragen. Job had ze en ze waren heftig. En toch legt hij zich uiteindelijk vertrouwend in Gods hand neer in de erkenning dat God zoveel groter is dan wij.
Daarom is het zo mooi dat de HC zegt: maar deze moeilijke God met dat soms moeilijke woord, heeft ons Jezus gegeven. Dat is zijn grootste en diepste woord dat Hij heeft gesproken. En dat woord is een woord vol liefde, dat is voor niemand een vraag. Wie gelovig dat woord hoort, merkt, zegt Petrus, dat het is als heerlijke melk die voedt. Als je in dat woord Jezus bent gaan horen en zien, wil je er steeds meer van horen. Dat is een kenmerk van echt geloof: meer willen weten van Jezus die Gods levende Woord is en die woorden van leven spreekt.

We zingen gezang 329

Geloven is belijden, je zonde belijden en Christus belijden. Zonde belijden hoort er ook bij. Geloven is ook jezelf kennen, als zondaar, als verlorene, als degene die geen recht kan laten gelden op het eeuwige leven. Je staat met lege handen, machteloos gebonden door je zonden. Mensen met de rug naar God toe. Mensen die God niet zoeken.
Aan deze mensen, aan ons is de Geest gegeven. Men noemt de Geest wel moeder. Moeder die door opvoeding van ouders heen, die door gesprekken heen of door evangelisatie ons Jezus voor ogen stelt en ons zo troost. De Geest is Trooster. Troosten is niet zozeer tranen drogen als wel vertrouwen geven, bemoedigen. Dat doet Hij door de verkondiging van het Evangelie.
Hij laat Jezus zien. Kijk eens wat een mens! Wat een liefde en wat een wijsheid. Hij biedt je een leven dat deze wereld niet kan bieden.
Hij wijst ook naar God als een Vader die veel van zijn kinderen houdt en die het niet hebben kan dat het leven van zijn kinderen mislukt. Jij bent zo’n kind. Hij wil niet dat jij verloren gaat. Daarom gaf Hij Jezus voor jou. Nu is er vergeving voor je zonden, je mag bij God horen en altijd bij Hem leven.
De Geest begint met het Evangelie van Gods liefde voor zondaren, prijst Christus aan. Pak je dat dan zomaar in één keer op? Nee het gaat geleidelijk. Ik las het beeld van ouders die hun kind leren lopen. Je kind gaat staan, wankel, steeds iets vaster. Dan gaat het stapjes zetten. Eerst met jouw beide handen vast gehouden. Dan met één hand. Steeds een stapje meer. Dan houdt de moeder het vast en vader gaat er tegenover zitten op kleine afstand en steekt zijn handen uit: kom maar. Je helpt nog een keer totdat het kind zelf een stapje doet. Het is misschien nog meer vallen dan stappen, maar het was even los. En dan komen er steeds meer stappen tot het uiteindelijk zelf kan lopen. Valt nog weleens in het begin, maar het gaat steeds beter.
Zo leert de Heilige Geest ons lopen, geloven. In het begin vallen we nog en we begrijpen helemaal die man uit het Nieuwe Testament die tegen Jezus zei: ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp.
Zo bouwt de Geest door de prediking, het lezen van de Bijbel, gesprekken met anderen het geloof in ons op zodat we ons durven overgeven aan God. We gaan zeggen: uw liefde is zo groot, U bent mijn God. Ik heb er vaak wel het gevoel bij: dat past niet. Want wie ben ik nou als mens als gelovige, ik ben er eigenlijke veel te gering voor. Ik kan eigenlijk niet geloven dat ik mag geloven. Dan bemoedigt de Geest en zegt: Jezus kwam voor zondaren, Jezus kwam voor hulpelozen, Jezus kwam voor de laatsten om die eersten te maken.
De Heilige Geest maakt het woord van het Woord, tot woord van je hart.
Zo werkt de Geest het geloof als een vast vertrouwen. Dat vertrouwen bestaat niet uit een kracht in mij, maar dat vertrouwen wordt vastgehouden door de trouw van God. Door de verkondiging, door het Evangelie dat de Geest laat klinken in mijn oren en mijn binnenste en mij steeds weer bemoedigt, troost met Christus die gekomen is opdat de wereld niet verloren gaat, opdat ik niet verloren ga, maar eeuwig leven heb.

Amen.